Ten geleide
Als natuurlijke persoon en/of onderneming al dan niet met beperkte aansprakelijkheid bent u nimmer af van de overheid. U heeft altijd iets van doen met de overheid en u bent nimmer van de overheid af – of u het wilt of niet. De overheid is dus overal, mengt zich in- en bemoeit zich met alle aspecten van uw leven door middel van wetgeving en regulaties alsmede de uitvoering daarvan en de tenuitvoerlegging van sancties/straf met behulp van ‘de sterke arm’. De ‘Staat’ als zodanig is het deel van het bowoonde aardoppervlak gesteld onder de eigen soevereine regering (Max Weber – 1864-1920). Staatsrechtkudig is de Staat een publiekrechtelijke rechtspersoon bestaande uit drie onmisbare delen: (a) een volk (bij. het Nederlandse volk), (b) een regering/overheid (bijv. de Koning en de ministers bedoeld in artikel 42 Gronwet) en (c) een grondgebied (bijv. het geheel van het grondgebied van Nederland). Het Staats- en Bestuursrecht is het deel van het Nederlands- en Europees recht dat de Institutionele- en Constitutionele Orde, de Organisatie en de Inrichting van de Staat alsmede de relatie tussen de Staat/de overheid en zijn Onderdanen (bijvoorbeeld Uzelf en rechtspersonen naar het privaatrecht) normeert, regelt en reguleert. Voor Nederland is de Constitutionele Orde neergelegd in de Grondwet. Het bestuursrecht gaat over uw rechten en plichten als burger en/of onderneming tegenover de overheid. Daarnaast regelt het bestuursrecht ook op welke wijze de overheid beslissingen voorbereidt en neemt, zich jegens u heeft te gedragen en wat u kunt doen als u het niet eens bent met de besluiten en/of feitelijke handelingen van de overheid.
Het besluit
Het bestuursrecht is ondenkbaar zonder het besluit. Besluiten zijn bij uitstek het belangrijkste instrument waarmee en waardoor de overheid spreekt en handelt. Het is het enige middel/instrument waarmee de overheid u als een individu eenzijdig (dwz. zonder uw instemming) in rechte kan verplichten tot een doen of nalaten en iets (bijv. een vergunning of een voorziening) aan u mag verstrekken of weigeren. In artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), definieert de wetgever het besluit als een schriftelijke beslissing inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Een overheidsbesluit moet dus altijd op schrift zijn gesteld, afkomstig zijn van een (bevoegd) overheidsorgaan (bijv. het College van B&W van een gemeente, etc), een grondslag hebben in de wet en op een rechtsgevolg gericht. Besluiten van overheidsorganen omvatten een groot aantal onderwerpen en betreffen – voor u als een justitiabele – aanslagen inkomens- en vennootschapsbelastingen; de inwilliging of de weigering van een aanvraag voor bijv. WW, WWB-uitkering, horeca evenementen, subsidie, informatie op grond van de wet openbaarheid van bestuur, etc.; de intrekking van een reeds verleende (ver)gunning of gunst; het opleggen van bestuurlijke boetes en last onder dwangsom; het opleggen van huis- en/of straat of gebiedsverbod; uw recht op vergadering en openbare manifestaties; de toelating, verblijf- en uitzetting van vreemdelingen; naturalisatie en verlening van het Nederlanderschap alsmede de intrekking daarvan; handelingen of nalaten die ingevolge de wet met een besluit gelijk zijn gesteld (bijv. het niet tijdig nemen van een besluit) etc.
Wat kan Meta Juridica Juristen voor u betekenen?
1. Concipiëren, opstellen en indienen van aanvragen
Onder aanvraag wordt verstaan het schrijven van een natuurlijke- of rechtspersoon aan een bestuursorgaan[1] inhoudende een verzoek tot verlening van begunstigende vergunning of subsidie, gunning van overheidsopdrachten of het verrichten dan wel nalaten van bepaalde handeling(en).[2] Voor vrijwel alle maatschappelijke en/of economische activiteiten van de justitiabele is een vergunning vereist. Denk bijvoorbeeld aan een ondernemer die een horecaonderneming wil drijven in de binnenstad van een bepaalde gemeente, een belangenvereniging die een protestactie wil voeren op openbare wegen en plaatsen, of een vreemdeling die, om welke reden dan ook, in Nederland wil verblijven al dan niet voor onbepaalde tijd, etc. Deze worden geconfronteerd met diverse (pseudo)wetgevingen en beleid[3] die een aantal eisen stellen omtrent de inrichting, inhoud en wijze van indiening van aanvragen, waarvan niet-nakoming de weigering van de gevraagde vergunning medebrengt.[4]
- Wat is de kwaliteit van deze dienst? Hoe gaan we te werk?
Meta Juridica meent dat de aanvraag als zodanig de eerste en belangrijkste proceshandeling is. Het aangevraagde alsmede de onderbouwing daarvan sturen in doorslaggevende mate het procesverloop. Voor diverse aanvragen hebben we een lijst opgesteld inhoudende criteria, waaraan voldaan moet worden voor een succesvolle indiening. Deze lijsten zijn opgesteld aan de hand van zowel wetgeving, beleid als jurisprudentie. We verzorgen aanvragen op een zodanige wijze dat ze van meet af aan, aan de wettelijke en/of jurisprudentiële vereisten voldoen. Hierdoor wordt in beginsel een afwijzing vrijwel onmogelijk gemaakt en heeft het bezwaarschrift – mocht die aanvraag toch worden afgewezen – een meer dan redelijke kans van slagen.
2. Bezwaarprocedure, administratief beroep en de voornemenprocedure
Het komt meestal voor dat het bestuursorgaan een door de justitiabele gevraagde vergunning, subsidie, gunning van overheidsopdracht of het verrichten dan wel nalaten van (een) bepaalde handeling(en) weigert.[5] Ervaring leert dat bestuursorganen soms niet altijd tijdig beslissen op aanvragen/verzoeken van de justitiabele.[6] Soms geeft een bestuursorgaan schriftelijk te kennen dat zij geen beslissing zal nemen op een bij haar ingediende aanvraag.[7] Vaak verricht het bestuursorgaan feitelijke handelingen die nadelige gevolgen hebben voor een justitiabele.[8] In al deze gevallen moet de justitiabele die zich niet kan verenigen met het optreden van het bestuursorgaan bezwaar maken tegen het desbetreffende optreden.[9] Dit moet hij doen door het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het gewraakte besluit heeft genomen resp. bevoegd is te nemen of de onrechtmatige handeling(en) heeft verricht. Indien het bezwaarschrift door het optredende bestuursorgaan wordt behandeld, spreekt men van bezwaarprocedure.[10] Als echter het bezwaarschrift door een ander (hoger) bestuursorgaan moet worden behandeld, is er sprake van administratief beroep.[11] Met betrekking tot het asielrecht is de bezwaarprocedure afgeschaft. In plaats daarvan wordt de zogenaamde ‘voornemenprocedure’ ingevoerd. Deze laatste houdt in dat het bestuursorgaan, vóórdat zij een asielaanvraag afwijst, een tot die afwijzing strekkend ‘voornemen’ alsmede de gronden daarvan schriftelijk kenbaar maakt aan de asielaanvrager. Het ‘schriftelijk voornemen’ is geen besluit maar wordt als zodanig ingekleed. De asielaanvrager wordt vervolgens in de gelegenheid gesteld om daaromtrent, binnen een bepaalde termijn, zijn zienswijze naar voren te brengen en alle argumenten, feiten, omstandigheden, rapporten, bescheiden aan te dragen ter staving van zijn aanvraag. Die zienswijze is op zijn beurt geen bezwaarschrift, maar moet wel inhoudelijk als een bezwaarschrift worden onderbouwd. De voornemenprocedure wordt gelijkgesteld met de bezwaar- en administratief beroepprocedure. Deze drie alternatieve procedures (bezwaar, administratief beroep en de voornemensprocedure) zijn de belangrijkste fase van de bestuurlijke besluitvorming en rechtsbescherming. Allereerst eist het verdedigingsbeginsel dat de burger in de gelegenheid gesteld moet worden om te worden gehoord, getuigen mee te nemen en alle documenten en voorwerpen te overleggen om zijn zienswijzen te adstrueren.[12] Tegelijkertijd wordt het bestuur in de gelegenheid gesteld om haar oorspronkelijke beslissing (of het ‘schriftelijk voornemen’ in asielzaken) volledig te heroverwegen, fouten te corrigeren en zo nodig het oorspronkelijke besluit/voornemen te wijzigen, intrekken of handhaven in een nieuw besluit.[13] Tot slot blijven feiten, omstandigheden, stellingen alsmede de bewijsstukken daarvan die in deze procedures niet naar voren zijn gebracht buiten de omvang van het geding bij de bestuursrechter, hoe gewichtig ze dan ook mogen zijn![14]
- Wat is de kwaliteit van deze dienst? Hoe gaan we te werk?
Meta Juridica beseft de zwaarwegendheid van de hierboven beschreven procedures als geen andere. Tijdens bedoelde procedures stellen we alles in het werk om ongegrond verklaring van door ons ingediende bezwaarschriften en administratief beroep te voorkomen, door in de eerste plaats vooraf uitgebreid onderzoek te doen naar de materie van de rechtsstrijd. Tevens onderhouden we voortdurend contact met de behandelende bestuursorganen en voorzien hen met alle extra feiten, omstandigheden, deskundigenrapporten en overige bescheiden die voor de beoordeling van onze zaak van belang (kunnen) zijn. In de tweede plaats maken we uitputtend gebruik van ons recht om alles te weten wat het bestuursorgaan zelf weet en kennis te nemen van alle voorwerpen, schriftstukken, bescheiden, onderzoeksrapporten etc. die in het bezit zijn van het bestuursorgaan (interne openbaarheid). We stellen het op prijs om mondeling te worden gehoord ter zake van alle aspecten van de procedure en in de gelegenheid te worden gesteld schriftelijke verweren te voeren (uitwendige zorgvuldigheidsvereiste, het beginsel van hoor- en wederhoor). Hiermee trachten we niet alleen de gegrond-verklaring van onze bezwaarschriften en administratief beroep af te dwingen, maar ook – en dit is heel belangrijk – de grondslagen van een succesvol beroep bij de bestuursrechter te leggen – mocht het bezwaarschrift alsnog worden afgewezen. Schending van vormvoorschriften en/of zwaarwegende procedurenormen pakken vrijwel altijd fataal uit voor de verwerende overheid (tenzij art. 6:22 Awb van toepassing is). In zo’n geval komt de rechter niet eens aan de inhoudelijke beoordeling van de rechtszaak toe. Hierin komt ‘het anticiperende’ aan de proceshouding van Meta Juridica Juristen tot uitdrukking.
3. Legalisatie van documenten
Legalisatie betekent wettiging, verklaring van echtheid van akten, van handtekeningen afkomstig van personen die niet tot het opmaken van authentieke geschriften bevoegd zijn.[15] Voor een succesvolle indiening van bepaalde aanvragen door personen met bepaalde nationaliteiten is het voorleggen van bepaalde gelegaliseerde documenten een absolute vereiste. Het gaat dan om documenten zoals geboorteakte, huwelijksakte, akte van echtscheiding, etc., ten behoeve van bijvoorbeeld een aanvraag tot verlening van de Nederlandse nationaliteit, verblijfsvergunning etc. Uit ons onderzoek blijkt dat de overwegende meerderheid van de betrokkenen niet weten welke documenten gelegaliseerd moeten worden en hoe dit legalisatieproces in zijn werk gaat. Dat baart hun heel veel stres, kost heel veel tijd, geld en energie en maakt het mogelijk dat een procedure waarvoor de wet in een termijn van bijvoorbeeld 3 á 6 maanden voorziet 3 tot 5 jaren doorloopt (en in sommige gevallen zonder succes).
- Wat is de kwaliteit van deze dienst? Hoe gaan we te werk?
Meta Juridica zal voor haar cliënten deze legalisatieprocedure voeren in hun land van herkomst. Het gaat hier om een nieuw product op de markt omdat geen andere advocatenkantoren en rechtshulpbureaus deze dienst verlenen. Voor alle in de praktijk voorkomende aanvragen hebben we dossiers samengesteld inhoudende lijsten van documenten die gelegaliseerd moeten worden, waar deze gelegaliseerd moeten worden, door wie en binnen welke termijn. Deze diensten verlenen wij niet als zelfstandige diensten maar als noodzakelijke handelingen ten behoeve van een in Nederland gevoerde bodemzaak, bijv. een nationaliteitsaanvraag, gezinsherenigingsprocedure, etc.
4. Voorlopige voorziening en het beroep bij de bestuursrechter
Wanneer het bestuursorgaan het bezwaarschrift ongegrond verklaart, resteert de justitiabele geen andere mogelijkheid dan het instellen van een beroep bij de rechtbank.[16] Met betrekking tot de vreemdelingenbewaring[17] bestaat er geen bezwaar of administratief beroep maar simpelweg het besluit tot inbewaringstelling. Tegen dit laatste type besluit kan de betrokkene, zonder eerst bezwaar te maken, rechtstreeks beroep instellen bij de rechtbank, sector bestuursrecht: vreemdelingenkamer.[18] Het instellen van het beroep bij de rechtbank (en in sommige gevallen het maken van bezwaar) schort(en) de werking van het besluit waar het tegen is gericht niet op. Dit betekent dat het bestuursorgaan het besluit ten uitvoer mag leggen ondanks het daartegen ingestelde beroep.[19] Dit kan tot onherstelbare schade leiden bij de betrokkene, indien de rechtbank het desbetreffende besluit vernietigt nadat het al is uitgevoerd. Om die schade te voorkomen, moet de betrokken justitiabele de rechtbank verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen inhoudende dat het bestuursorgaan de uitvoering van het desbetreffende besluit achterwege laat totdat op het bezwaarschrift is beslist c.q. de rechtbank uitspraak heeft gedaan op het beroepschrift.[20] De rechtbank beoordeelt de rechtmatigheid van het besluit op bezwaar/administratief beroep en het inbewaringstellingsbesluit aan de hand van geschreven- en ongeschreven recht en jurisprudentie.[21] Indien het besluit deze toets niet doorstaat, wordt het vernietigd.[22] Het vernietigde besluit wordt dan geacht als nooit te hebben bestaan.[23] De rechtbank zal vervolgens zelf voorzien in de zaak[24] of het bestuursorgaan opdragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank.[25] Indien het beroep tegen de inbewaringstelling gegrond wordt verklaard, heft de rechtbank de bewaring op.[26]
- Wat is de kwaliteit van deze dienst? Hoe gaan wij te werk?
In deze procedures manifesteert zich de eigenschap van de juristen/advocaten van Meta Juridica als de ultieme procesjuristen/advocaten het meest. Deze setting biedt ons een podium waarop we aan onze cliënten en het brede publiek laten zien dat het rechtssysteem, indien correct toegepast, werkt. Zoals in onze Visie en Missie uiteen is gezet, nemen we deze procedure uiterst serieus en hebben als voordeel enerzijds de rechterlijke onafhankelijkheid, onpartijdigheid en consistente oordeelvorming en anderzijds onze partijdigheid en uitstekende beheersing van rechterlijk uitspraken, (tussen)vonnissen en arresten in eerdere zaken. Ons is vrijwel geen casus bekend die zich niet eerder in de geschiedenis heeft voorgedaan en waarover de rechter nog geen oordeel heeft gegeven. Uit door de rechter in eerdere zaken gegeven oordelen kunnen (algemene) regels worden afgeleid die zich voor herhaalde toepassing lenen op gelijke/vergelijkbare zaken. Dit is een eis van judiciële consistentie, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en het gelijkheidsbeginsel. Bewapend met de beste jurisprudentie gaan we over tot een vernietigende aanval op de wederpartij. We kunnen tegelijkertijd als het ware in het hoofd van de rechter kijken en eruit grijpen wat hij/zij denkt, zal denken en zal gaan doen. Daar passen we ons – na zeer nauwkeurige bestudering en analyse van de ons voorgelegde casus – creatief aan en dwingen de door ons gewenste resultaten af. Hierin zien we tevens ook ‘het mooie’ aan het recht als een wetenschap: de rechter wordt met handen en voeten gebonden door goed afgebakende juridische principes en moet zijn oordeel tot stand laten komen overeenkomstig die principes.
5. Het hoger beroep / Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State
De uitspraak van de rechtbank betekent, behoudens de in de wet genoemde gevallen, nog niet het einde van de procedure. Tegen de uitspraak van de bestuursrechter kan de verliezende partij (d.w.z. het verwerende bestuursorgaan of de eisende justitiabele) hoger beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (hierna de Afdeling).[27] De Afdeling doet de einduitspraak waartegen geen nationale “gewone rechtsmiddelen” meer openstaan.[28] Indien de Afdeling de uitspraak van de rechtbank bekrachtigt, moet het bestuursorgaan zich daarbij neerleggen. Indien de Afdeling de uitspraak van de rechtbank vernietigd, moet de justitiabele zich neerleggen bij het oorspronkelijke besluit van het bestuursorgaan. Hij mag niet verder procederen (tenzij hij gebruikmaakt van de zogenaamde “buitengewone rechtsmiddelen” beschreven hieronder in nr. 6. Het desbetreffende besluit verkrijgt dan de zogenaamde formele rechtskracht, is bindend en mag ten uitvoer worden gelegd.[29]
- Wat is de kwaliteit van deze dienst? Hoe bieden wij deze dienst aan?
Deze procedure bij de Afdeling zal Meta Juridica op dezelfde wijze voeren als de beroepsprocedure bij de rechtbanken (zie hierboven)
6. Herhaalde aanvragen, Verzoeken om heroverweging en Herziening
Herhaalde aanvragen, verzoeken om heroverweging en herziening behoren tot de zogenaamde ‘buitengewone rechtsmiddelen’.[30] Met deze rechtsmiddelen vraagt een justitiabele een bestuursorgaan om terug te komen op haar eerdere beslissing die al onherroepelijk is geworden (d.w.z. formele rechtskracht heeft verkregen).[31] Hiervan kan slechts gebruik worden gemaakt indien ná het onherroepelijk worden van de eerdere beslissing nieuwe feiten en/of omstandigheden zijn gebleken die (a) tijdens de behandeling van de eerdere zaak niet bekend waren, (b) niet bekend konden zijn en (c) indien ze toen wél bekend waren tot een ander besluit hadden kunnen leiden.[32] Wanneer aan deze cumulatieve voorwaarden zijn voldaan, zal het bestuursorgaan de in het geding zijnde onherroepelijk geworden beslissing opnieuw inhoudelijk moeten beoordelen en een nieuw besluit nemen. Tegen het besluit op herhaalde aanvragen, verzoeken om heroverweging of herziening staan weer de rechtsmiddelen van bezwaar en beroep open bij de rechtbank en hoger beroep bij de Afdeling.[33]
- Wat is de kwaliteit van deze dienst? Hoe bieden wij deze dienst aan?
Meta Juridica zal terughoudend gebruikmaken van deze soort rechtsmiddelen. Een en ander houdt in dat we slechts gaan procederen wanneer er naar ons oordeel sprake is van nieuw gebleken feiten en/of veranderde omstandigheden als vorenbedoeld. Hierbij zullen we enerzijds maatschappelijke en jurisprudentiële ontwikkelingen en beleidswijzigingen nauwkeurig in de gaten houden (deze kunnen nieuwe feiten en/of veranderde omstandigheden opleveren) en anderzijds sterk leunen op de cliënt om bij ons stukken in te leveren inhoudende informatie die geëigend zijn voor een doeltreffende onderbouwing van zijn/haar beroep op nieuwe feiten en/of omstandigheden en derhalve een herbeoordeling van zijn/haar eerdere zaak rechtvaardigen.
7. Beroep bij de burgerlijke rechter en Hoger beroep bij het Hof
In sommige gevallen moet de civiele/burgerlijke rechter in plaats van de bestuursrechter kennisnemen van een geschil tussen een bestuursorgaan en een justitiabele. Van bedoelde gevallen is bijvoorbeeld sprake indien de overheid bij uitvoering van haar taken schade veroorzaakt bij een justitiabele en deze laatste een verzoek om schadevergoeding indient bij de overheidsinstantie in wier opdracht die werkzaamheden werden verricht.[34] Op het schadevergoedingsverzoek van de justitiabele moet de desbetreffende overheidsinstantie (een bestuursorgaan) een beslissing nemen.[35] Een dergelijke beslissing noemt men een ‘schadebesluit’.[36] De bestuursrechter kan van een afwijzend (zuiver) schadebesluit slechts kennis nemen indien wordt voldaan aan het zogenaamde (dubbele) connexiteitsvereiste.[37] Zolang aan dit laatste vereiste niet is voldaan, moet de zaak worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter (de rechter bij de civiele sector van de rechtbank). Tegen de uitspraak van de burgerlijke rechter staat het rechtsmiddel van hoger beroep open bij het Hof (in plaats van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State of een ander bestuursrechtelijk rechtscollege). Het oordeel van de burgerlijke rechter heet ‘vonnis’. Het oordeel van het hof heet ‘arrest’. Tegen het arrest van het Hof staat het middel van cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden.
- Wat is de kwaliteit van deze dienst? Hoe gaan we te werk?
Het beroep bij de burgerlijke rechter en hoger beroep bij het Hof zal Meta Juridica op dezelfde wijze voeren als de beroepsprocedure bij de rechtbanken zoals hierboven is beschreven.
8. Cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden
Het cassatieberoep kan slechts worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden tegen eindvonnissen (van de burgerlijke rechter of de strafrechter). Als men bij de Hoge Raad in cassatie gaat, wordt er slechts gekeken naar een aantal rechtsvragen die betrekking hebben tot bijvoobeeld relativiteit, causaliteit, opzet, schuld, toerekening, de juiste uitleg en/of toepassing van wettelijke bepalingen, etc. Naast deze rechtsvragen kan de Hoge Raad nog altijd ingaan op een zeer beperkt aantal van bepaalde feitelijke vragen over bijvoorbeeld de omstandigheden enz. Het is echter niet de bedoeling dat de Hoge Raad hierover uitsluitsel geeft. De Hoge Raad zal slechts oordelen over procedure- en vormfouten. De Hoge Raad zal de eisende partij niet ontvankelijk verklaren (hij/zij heeft geen cassatieberoep mogen instellen), of het cassatieberoep verwerpen met als motivering dat er geen sprake is van onjuiste uitleg en/of toepassing van wettelijke bepalingen, vorm- of procedurefouten, of de aangevallen vonnis/arrest vernietigen met als motivering dat het in strijd is met het recht. Als de Hoge Raad de uitspraak vernietigt, kan ze de zaak zelf af doen (rechtdoen ten principale) of de zaak terug wijzen naar een lagere rechter (altijd als er opnieuw over de feiten moet worden geoordeeld).
- Wat is de kwaliteit van deze dienst? Hoe gaan we te werk?
De procedure bij de Hoge Raad der Nederlanden zal Meta Juridica op dezelfde wijze voeren als de beroepsprocedure bij de rechtbanken, zoals hierboven is beschreven.
- Deze en andere teksten op deze website zijn geschreven door de weledelgestrenge heer mr. B.A.A. Adonai-Ohachu (MJ), Afdeling Procesvertegenwoordiging en Staats- en bestuursrecht. Op deze teksten rust auteursrecht.
Voetnoten
[1] Zie artikel 1:1 lid 1 tot en met lid 3 Algemene wet bestuursrecht.
[2] Zie ook artikel 1:3 lid 3 Algemene wet bestuursrecht.
[3] Bijv. het bestemmingsplan, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van die gemeente, de Drank- en Horecawet, de Wet op de Openbare Manifestatie, de Vreemdelingenwet 2000 en overige door de gemeente of Rijksoverheid vastgestelde Algemeen Verbindende Voorschriften en/of beleid(regels).
[4] Vgl. artikel 4:5 e.v. Algemene wet bestuursrecht.
[5] Vgl. artikel 1:3 lid 2 Algemene wet bestuursrecht.
[6] Vgl. artikel 6:2 aanhef en onder b Algemene wet bestuursrecht.
[7] Vgl. artikel 6:2 aanhef en onder a Algemene wet bestuursrecht.
[8] Vgl. Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht 2e druk, Kluwer-Deventer 2001, blz. 23-24 en 61-62.
[9] Het volgen van de bezwaarprocedure is verplicht, tenzij in een bijzondere wet anders is bepaald.
[10] Vgl. artikel 7:1 lid 1 juncto artikel 1:5 lid 1 Algemene wet bestuursrecht. Zie ook Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht 2e druk, Kluwer-Deventer 2001, blz. 153, 163-165.
[11] Vgl. artikel 1:5 lid 2 juncto artikel 7:1 lid 1 Algemene wet bestuursrecht. Zie ook Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht 2e druk, Kluwer-Deventer 2001, blz. 154, 156, 165-166.
[12] M. Schreuder-Vlasblom, Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure 3e geactualiseerde druk, Kluwer-Deventer 2008, p. 253-256.
[13] P. van de Wal, Vertegenwoordiging en bijstand in belastingzaken : fiscale rechtsbijstandverlening naar Nederlands recht, Kluwer-Deventer 2006, p. 133.
[14] Dit geldt niet als beroep wordt gedaan op bepalingen van openbare orde of als er sprake is van nieuwe feiten en/of veranderde omstandigheden. Zie ook M. Schreuder-Vlasblom, Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure 3e geactualiseerde druk, Kluwer-Deventer 2008, p. 275 e.v.
[15] Fockema Andreae’s, Verwijzend & verklarend Juridisch woordenboek, 12e druk, Martinus Nijhoff Groningen 2001, p. 271.
[16] Vgl. artikel 1:5 lid 3, 2e zin juncto artikel 8:1 lid 1 Algemene wet bestuursrecht.
[17] Zie artikel 59 e.v. Vreemdelingenwet 2000.
[18] Zie artikel 94 e.v. Vreemdelingenwet 2000.
[19] Zie artikel 6:16 Algemene wet bestuursrecht.
[20] Zie artikel 8:81 e.v. Algemene wet bestuursrecht.
[21] Vgl. bijv. ABRvS 18 juni 1999, JB 1999/193 (procesbelang). Zie ook G. ten Berge en F.C.M.A. Michiels, Staats en bestuursrecht: tekst en materiaal, 2e druk, Kluwer-Deventer 2004, p. 423 -425.
[22] Vgl. artikel 8:72 Algemene wet bestuursrecht.
[23] Vgl. artikel 3:53 analoog Wetboek van Burgerlijk Recht. Zie ook artikel 8:72 lid 2 Algemene wet bestuursrecht.
[24] Vgl. artikel 8:72 lid 4, 2e alt. Algemene wet bestuursrecht.
[25] Vgl. artikel 8:72 lid 4, 1e alt. Algemene wet bestuursrecht.
[26] Vgl. LJN: BC8954, Rechtbank ’s-Gravenhage, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, AWB 08/9354.
[27] A.D. Belinfante en J.L. de Reede, Beginselen van het Nederlands staatsrecht 15e druk, Deventer-kluwer 2005, p. 193.
[28] M. Schreuder-Vlasblom, Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure 3e geactualiseerde druk, Kluwer-Deventer 2008, p. 493-498.
[29] P.J.J. van Buuren en J.E.M. Polak, AB klassiek : standaarduitspraken bestuursrecht, opnieuw geannoteerd 5e druk, Kluwer-Deventer 2003, p. 188.
[30] Het verzoek om heroverweging wordt thans gelijkgesteld met de herhaalde aanvraag als bedoeld in artikel 4:6 Algemene wet bestuursrecht. Zie in dit verband LJN: AD6500, Rechtbank ‘s-Gravenhage, zittingsplaats Groningen, dossiernummer: AWB 01/54270. Datum uitspraak: 14-11-2001. Zie ookl ABRS 28 juli 2004, AB 2004, 352 en ABRS 4 april 2003, 315.
[31] M. Schreuder-Vlasblom, Rechtsbescherming en bestuurlijke voorprocedure, 3e geactualiseerde dr., Deventer – Kluwer, 2008, p. 123.
[32] Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, zaaknummer 200806144/1/H1. Datum uitspraak: 22 april 2009.
[33] Vgl. bijv. CRvB 14 februari 2006, AB 2006, 363; CRvB 10 november 2006, RSV 2007/30.
[34] Zie AVRvS 6 mei 1997, AB 1997, 229 (Van Vlodrop). Zie ook CRvB 28 juli 1994, AB 1995, 40 en 133 m.nt. RMvM, JB 1994, 221 m.nt. ELB/ABJH.
[35] Artikel 6:2 a-contrario AWB.
[36] B.J. van Ettekoven et al., Tien jaar jurisprudentie schadevergoeding in het bestuursrecht 2e druk, Kluwer-Deventer 2004, p. 29.
[37] Zie AVRvS 6 mei 1997, AB 1997, 229 (Van Vlodrop).